Nee, alsjeblieft niet Rusland

Voetbal kijken en rationeel denken gaan niet samen. Zonder intriges en manipulaties is er geen lol aan. Dus als de scheids een Griek van het veld stuurt, vind ik dat hij van de UEFA de instructie heeft gekregen om ook in geen enkel geval van twijfel de tegenstander van Polen te benadelen, het echter wel bij die ene overduidelijke keer te laten, omdat de Fifa geen bananenrepubliek is. Ook ben ik er van overtuigd dat de clerus ervoor heeft gezorgd dat overal dat rodekoolpaars te zien is, is het immers de kleur van het kardinaalshabijt. Bah.

Karagounis is altijd leuk om te zien, lijkt een aldoor kankerende bestelbuschauffeur die iedere vijf minuten vastzit in het verkeer van Athene. Mijn favoriet is Samaras, jonge man met baard en sluik haar, die voortdurend aan de zijlijn staat, beide armen hoog. Ik denk aan de berg Athos, monniken in lange zware jurken, sandalen: Zijn medespelers slaan hem over. Misschien kom ik er tijdens de komende wedstrijden nog achter waarom hij meedoet.

Daarna het weerzien met Webb. Tijdens de eerste vier minuten vochten spelers om de bal en vielen bij verlies dan graag over een been. Dat levert altijd een vrije trap op bij Webb. De spelers gingen elkaar daarna wijselijk uit de weg, omdat je nooit kon weten wanneer die gek met kaarten begon te zwaaien. Webb liep stoer mee, maar hoefde vaak twintig minuten lang niet te fluiten. Hij werd domweg genegeerd. De Russen maakten handig gebruik van de vrije handelszone. Voetbal is heerlijk als je tegenstander op vijf meter afstand blijft. Aan een innige vriendschap tussen Blatter en Putin wil ik voorlopig niet denken. Aan het overtuigende argument ‘Gazprom’ trouwens ook niet.

Dit bericht werd geplaatst in ek2012 en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie