De Schorpioen

Sommige Catalanen zijn geloof ik erger dan Belgen. Hoe halen ze het in hun hoofd om naar zelfstandigheid te streven? En dan? Dan kan CF Barcelona ieder jaar tot in alle eeuwigheid kampioen van Catalunia worden. Nou moe, ook fijn. De wedstrijden tegen Real Madrid behoren tot het verleden. Ook de haat tegen de rest van Spanje verzinkt dan in het drijfzand van slecht geformuleerde overtuigingen.

Het terras van vrind M. kijkt uit op het station Sants. Daarnaast staat een vijftal palen met huisjes erop. In het voorbijgaan en in het avondlicht dacht ik aan iets postmoderns zoals de lantaarnpalen op het Damrak, die destijds alleen mooi werden gevonden door personen die brillen met een zuurtjeskleurig montuur droegen. De huisjes waren echter wachthuisjes van een Franco-gevangenis die er niet meer was. Daarin werden Catalanen ondergebracht die op straat Catalaans spraken. En nu zijn ze dus bang dat de spraak verdwijnt, en wordt er overal heel erg hardnekkig Catalaans gesproken, en roepen ze ‘boe’ tegen de rest van het land. Iets harder als de club van de hoofdstad van dat land op bezoek komt. Dat is een wedstrijd die geen enkele Barcelonees in zijn hart wil missen, waarmee we weer terug zijn bij het begin van dit stuk.

Of, in de kantine waar ik met de rechtsbuiten van mijn elftal naar de wedstrijd keek. Heel ontspannen, alsof we aan de rand van het zwembad zaten met schone rondingen en een cocktail in reikweidte. Alsof er niet een halve finale werd gespeeld.

Maar we sprongen op bij de goal van Gio’, keken elkaar verbluft aan bij de goal van Forlan en fronsten ons voorhoofd bij het offensief bij het begin van de tweede helft. Daar gedroeg het elftal zich als een tourist die ongewild in een achterbuurt in Montevideo terechtkomt en bij iedere schaduw een overvaller met mes of ander moordtuig vermoedt. Help, riepen de ogen van Kuijt. Behalve Bouhlarouz, die bleef stoïcijns bij al dat gedoe. Ik wil een Bouhla -shirt.

Koos zei dat Nederland zo reageerde als Brazilië in de tweede helft. Hij zei ook, en dat was na de wedstrijd, dat van Persie toch eens moet scoren, omdat een spits nu eenmaal scoort.

Toen kwam eindelijk het moment dat ik weer eens met lege bierflesjes mocht schuiven, een soort balletje-balletje, omdat een ervan nog halfvol was.Ik doceerde dat van Persie eigenlijk zoals Sneijder speelt, maar dan naar voren. Hij geeft ballen die een niet te vermoeden opening creeëren en doet dat razendsnel. Bijna elke bal van van Persie is een konijn uit een hoge hoed, die ervoor zorgt dat een van de twee voorwaartsen bijna of geheel vrij voor de keeper staat.

Op de tafel zag dat uit als twee flesjes San Miguel die in verticale zin tussen Koos en mij stonden. De twee ander flesjes waren Kuijt (Kuijt , moet altijd meedoen!) en Robben. Die twee stonden ieder aan weerszijden van de twee verticale flesjes, maar dan in horizontale zin. En hier komt de les van Frankrijk ’98. Toen speelden Kluivert en Bergkamp zo ver naar voren, dat het spel voor Nederland eigenlijk achter de achterlijn door moest gaan. Dat was de theosofische variant van ons voetbal.

Wat van Persie, Sneijder en onze bondscoaches dus heel goed doen is de tegenstander in de waan laten dat we met twee buitenspelers en een spits spelen. Dat is niet zo. De figuur die op tafel was ontstaan was een schorpioen. De zwabberende staart is het gifduo Bommel/De Jong. De twee scharen naast kop en lijf (Persie/Sneijder) zijn onze twee buitenspelers die dus eigenlijk de twee spitsen zijn. De volgende keer goed kijken, want ik heb gelijk.

En voor alle voorpret, hier..dat is ouderwets Duits.

Dit bericht werd geplaatst in WK 2010. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie